Een leven lang leren
(Tekst – Leen Catrysse)
Als onderzoeker ga je ongeveer twee keer per jaar naar een congres waar je je onderzoek kan voorstellen en het onderzoek van anderen beter leert kennen. Het doel van deze congressen is dus om bij te dragen aan een leven lang leren. Meestal wordt onderzoek voorgesteld aan de hand van een presentatie of een poster. Daarnaast worden er op elk congres ‘keynotes’ gegeven. Een ‘keynote’ wordt meestal gegeven door een onderzoeker die al heel wat ervaring heeft opgedaan en bestaat uit een presentatie van ongeveer een uur waarbij onderzoek rond een bepaald thema wordt voorgesteld.
Onlangs kreeg Edubron-collega David Gijbels de gelegenheid om een keynote te geven tijdens het EARLI congres in Tampere, Finland (28 augustus – 2 september 2017). EARLI staat voor de European Association for Research in Learning and Instruction en trekt voornamelijk onderzoekers aan die interesse hebben in leren en onderwijs binnen verschillende contexten, namelijk het lager onderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs en de werkplek. De keyote van David ging dan ook over een leven lang leren over de verschillende contexten heen.
In vergelijking met vroeger is de werkcontext waarin we terecht komen veel complexer en constant in verandering. Daar moeten we als werkgever en werknemer op inspelen door te blijven leren. Het project leren boven de maat wilde hierom de leercompetenties van werknemers in kaart brengen om dan te kijken of professionaliseringsactiviteiten hier beter op kunnen worden afgestemd. Uit dit onderzoek bleek dat autonoom gemotiveerde werknemers zich meer engageren in diepe leeractiviteiten zoals het kritisch verwerken van informatie en hun leerproces ook actief in handen nemen. Aangezien het hoger onderwijs studenten voorbereidt op de arbeidsmarkt, lijkt het bijgevolg belangrijk dat studenten ondersteund worden in hun ontwikkeling tot levenslange leerders. Tijdens de lezing werd de cruciale vraag dus gesteld of het hoger onderwijs hierin slaagt? Ook binnen deze context toont onderzoek aan dat studenten naar het einde van het hoger onderwijs meer diepe leeractiviteiten gaan gebruiken.
Alleen wordt steeds vaker de vraag gesteld over hoe we het leren van werknemers en studenten kunnen observeren/meten wanneer ze aan het leren zijn. Momenteel worden werknemers en studenten vaak bevraagd aan de hand van vragenlijsten over hoe ze leren. Maar hierbij rijst de vraag in hoeverre werknemers en studenten goed kunnen inschatten hoe ze hebben geleerd. De ’take home message’ van David aan het einde van zijn keynote was dan ook om op zoek te gaan naar nieuwe methodes om het leren in kaart te brengen tijdens het leerproces. Recent zetten we binnen onze eigen onderzoeksgroep in op het gebruik van eye-tracking om het leer- en leesproces van studenten te monitoren terwijl ze teksten verwerken (Figuur). Hoe roder de kleur, hoe langer de verwerkingstijd. Een eye-tracker bestaat uit camera’s die in het beeldscherm van een computer geïntegreerd zijn en die de oogbewegingen registreren. Hierdoor kunnen we registreren hoe lang studenten naar bepaalde zinnen kijken, hoe vaak ze terugkijken en hoe vaak ze heen en weer springen in de tekst. Eye-tracking is dus een van de mogelijkheden die ons de kans biedt om het leren van studenten in kaart te brengen terwijl ze aan het leren zijn.
Als onderzoekers moeten we dus inzetten op het gebruik van nieuwe meetmethodes zoals eye-tracking en mogen we de uitdagingen die ermee gepaard gaan niet uit de weg gaan. Leren is een complex proces en als we meer inzicht willen krijgen in alle aspecten van leren, dan moeten we ook de verschillende aspecten van leren proberen te meten. Anders gezegd, het is ook de taak van onderzoekers om een leven lang te leren en in te spelen op veranderingen binnen het onderzoeksveld waar het gebruik van nieuwe technologieën meer een meer voorkomt.
No Comments