Leerbereidheid Posts

Goede leerlingevaluatie vergt drie perspectieven. En (zeer) soms kan vergelijken met het klasgemiddelde er daar ééntje van zijn.

Goede leerlingevaluatie vergt drie perspectieven. En (zeer) soms kan vergelijken met het klasgemiddelde er daar ééntje van zijn.

(Tekst – Jan Vanhoof)

  • Mag je als leraar of ouder tevreden zijn wanneer een leerling de standaard behaalt, geen vooruitgang boekt maar beter scoort dan andere leerlingen?
  • Mag je als leraar of ouder tevreden zijn wanneer een leerling de standaard niet behaalt, vooruitgang boekt en toch beter scoort dan andere leerlingen?
  • Mag je als leraar of ouder tevreden zijn wanneer een leerling de standaard behaalt, vooruitgang boekt maar ondertussen minder goed scoort dan andere gelijkaardige leerlingen?

Deze vragen brengen ons naar de kern van evaluatie. Ze stellen scherp op de basis waarop we oordelen en op hoe er over leerlingprestaties gecommuniceerd zal worden.

Drie verschillende strategieën kunnen in het beoordelen van leerlingprestaties onderscheiden worden: relatieve scoring, criteriumgerichte scoring en leerlinggerichte scoring. Deze zijn elk op zich waardevol en nodig. Geen enkele benadering kan echter op zich staan. Een volwaardige (communicatie over) beoordeling van leerlingprestaties probeert de drie perspectieven binnen te brengen. Met accenten die afgestemd zijn op het leertraject van de leerling die geëvalueerd wordt.

Professioneel Lerende Netwerken uitbouwen: waarom, wat en hoe?

(Tekst – Kristin Vanlommel, Ruud Lelieur, Jan Vanhoof en Wouter Schelfhout)

Veranderingen in het onderwijs hangen af van veel aspecten die met elkaar in wisselwerking staan: schoolbeleid, motivatie, structuur, cultuur, beoordeling en schoolleiders zijn de sleutel tot het succes van deze processen. Door de complexiteit van onderwijsprocessen kan verandering niet worden afgeschoven naar individuele veranderingen op het niveau van de leerkracht. De schoolorganisatie met stakeholders en partners ontwikkelt zich best in de richting van een lerende organisatie die de voorwaarden voorziet waarin leerkrachten kennis kunnen delen en opbouwen met collega’s en kunnen reflecteren over hun praktijken. Het is aangetoond dat Professioneel Lerende Netwerken (PLN) de voorwaarden bieden voor collectief leren dat onderwijsverandering ondersteunt (Poortman & Brown, 2018). Het LELENET-project heeft PLN geïdentificeerd als een middel om het leren en de ontwikkeling van onderwijspersoneel te ondersteunen, waardoor leerkrachten de uitdagingen van een diverse leerlingenpopulatie kunnen aanpakken. Hieronder brengen we ideeën vanuit dit Erasmusplus+ samen over het waarom, het wat en het hoe van zulke netwerken. We belichten in het bijzonder de rol van de schoolleider in het initiëren en onderhouden van zulke netwerken.

Leerbereidheid van leerlingen aanwakkeren: 10 Praktijkprincipes die motiveren, inspireren én werken

Leerbereidheid van leerlingen aanwakkeren: 10 Praktijkprincipes die motiveren, inspireren én werken

(Tekst – Jan Vanhoof,  Maarten Van de Broek, Maarten Penninckx, Vincent Donche & Peter Van Petegem)

Leermotivatie: Zowel een groot streven als een grote uitdaging

Leren is een aangename en boeiende activiteit. Soms vergt het hard werk. Hoe dan ook, bereidheid om te leren is niet vanzelfsprekend. Schools leren wordt vaak geassocieerd met tegenzin, saaiheid en zelfs frustraties. Veel leerkrachten ervaren de motivatie van hun leerlingen tegelijkertijd als hun grootste streven en als één van de grootste uitdagingen in hun job. De kern van het leraarschap is dan ook de leerbereidheid bij je leerlingen aanwakkeren die hen drijft tot het ontwikkelen van gewenste kennis, vaardigheden en attitudes.

Motivatie is geen karaktereigenschap die sommige leerlingen wel hebben, en anderen niet. Uitspraken over gemotiveerd zijn richten zich dus best op concrete acties van leerlingen (zoals ‘Thijs is niet gemotiveerd om die taak op te lossen’), eerder dan op leerlinggedrag in het algemeen (zoals ‘Thijs is niet gemotiveerd’). In het geval van leerbereidheid gaat het om de vraag welke drijfveren leerlingen ertoe aanzetten om te – of bewegen tot – leren. Als we die drijfveren doorgronden en weten hoe ze ondersteund kunnen worden, kunnen we daar lessen uit trekken voor onze klaspraktijk. Dat is het doel van de volgende praktijkprincipes.