onderzoek Posts

Racisme in het onderwijs: wat moeten we ons daarbij voorstellen? Een verkenning van het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ racisme in het Vlaams secundair onderwijs

(Tekst – Michiel Lippens)

 

 

Introductie

De dood van George Floyd in de Verenigde Staten van Amerika heeft internationaal veel protestacties losgeweekt. Ook in Vlaanderen kwam de ‘Black Lives Matter’ beweging gestaag op gang. De initiële reacties in Vlaanderen leken zich vooral te beroepen op ‘American Exceptionalism’ (“typisch Amerikaans”), maar (gelukkig) kwam de maatschappelijke discussie rond racisme ook in Vlaanderen van de grond. Voor de zoveelste keer zou de ene zeggen, terwijl anderen denken ‘waarom nu pas?’ Ikzelf merk in deze maatschappelijke discussie enerzijds positieve signalen (bijv. Koen Geens die pleit voor affirmatieve acties of positieve discriminatie), en anderzijds een stapel ongenuanceerde en vrij negatieve signalen. Het grijsgedraaide argument van ‘reverse racism’ (“Zij zijn racistisch!”) vierde hoogtij op sociale media, maar ook de klassieke media stelde mij teleur door het veelzeggend antiracisme protest in Brussel te kaderen als een groot falen, gezien de federale maatregelen genomen in het kader van de huidige COVID-19 crisis. Echter, mij lijkt het eerder bemoedigend dat zo een groot aantal mensen, ondanks de reële gezondheidsrisico’s, toch collectief besluit om op te treden tegen het sociaal onrecht dat ‘racisme’ heet.

In deze blogpost wil ik, aan de hand van concrete voorbeelden, aantonen dat racisme geen verhaal is van louter ‘exceptional racists’, maar ook een alledaags, zelfs inherent, onderdeel is van onze Vlaamse onderwijspraktijken. Om dit te verhelderen exploreer ik eerst het theoretische onderscheid tussen het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ racisme (waar ik de nadruk leg op het ‘kleurenblind racisme’). Vervolgens geef ik illustraties van beide vormen in Vlaamse secundaire scholen, gebaseerd op data uit mijn lopend doctoraatsonderzoek. Deze data bestaat onder andere uit langdurige etnografische observaties en meer dan 100 open interviews met leerlingen (2de middelbaar), leerkrachten, directie en ander schoolpersoneel in drie secundaire scholen in Vlaanderen. Eindigen doe ik met enkele bedenkingen.

Lesson Study, de zoveelste onderwijshype of werkt het echt?

Lesson Study, de zoveelste onderwijshype of werkt het echt?

(Tekst – Iris Willems en Piet Van den Bossche)

Om de laatste onderwijstrends op te volgen, schuim ik vaak en graag het internet af. LinkedIn is mijn favoriete zoekplatform.  Drie jaar terug ontmoette ik er een oude bekende. Haar expertise was van dyscalculie naar Lesson Study opgeschoven, een voor mij compleet onbekend terrein. Geboeid door haar enthousiasme over Lesson Study verdiepte ik me in de literatuur, waardoor ook mijn fascinatie met de dag groeide. Mijn promotor, Piet Van den Bossche, gaf me de ruimte om met deze fascinatie aan de slag te gaan en er een masterthesis van te maken.

Wat is Lesson Study?

Lesson Study is van oorsprong een Japanse  professionaliseringsmethode die stilaan zijn opgang maakt in Europa. Een team van leraren werkt samen en doorloopt de kwaliteitscirkel : study-plan-conduct-reflect (Figuur 1). Lesson Study begint bij studie van het lesmateriaal. Tijdens deze eerste stap wordt een onderzoeksteam van drie tot acht leraren samengesteld. De focus ligt hier op het samen ontwikkelen van een les rond een thema. Hiervoor nemen de leraren uitgebreid de tijd om cursussen, relevante wetenschappelijke artikels, beschikbare curricula en andere bronnen te raadplegen, te lezen en te bestuderen. Ze formuleren lesdoelen en onderzoeksvragen. Bij de volgende stap ontwikkelen of reviseren de leraren hun onderzoeksles. Samen plannen, ontwikkelen of kiezen de leraren een onderwijsmethode die het leren van de leerling zichtbaar maakt. Het gaat niet om het creëren van de “perfecte” les, maar wel om het uittesten van de onderwijsmethode. Daarom wordt de onderzoeksles, onder begeleiding van een vakdeskundige, door één leraar van het onderzoeksteam gegeven, terwijl de andere teamleden de leerlingen live observeren. Tijdens deze derde stap verzamelen de observatoren data over hoe de leerlingen denken, redeneren, antwoorden en vragen oplossen. Als laatste stap in het proces discussiëren en reflecteren de observatoren over hoe leerlingen ingegaan zijn op het onderwijs- en leerproces, en over hoe de leerstof moet geïmplementeerd worden.

Kenmerkend voor Lesson Study zijn de samenwerkende lerarenteams, de centraal geplaatste onderwijspraktijk, het lesontwerp dat men zelf uitprobeert, het leerproces van de eigen leerlingen binnen het eigen vak als studieobject, en het cyclisch verloop over een langere tijd.

Waartoe leidt Lesson Study?

Lesson Study kent buiten Japan veel varianten. Het wordt immers vaak in scholen als onderwijsvernieuwing binnengebracht en bijgevolg aangepast aan de schoolcontext. In de focus staan hierbij het professioneel leren van de leraren én het verbeteren van hun instructies. Deze professionalisering beoogt een toename van kennis en vaardigheden en een verandering van attitude en overtuiging, hetgeen dan op zijn beurt  leidt tot verhoogde leerlingenresultaten (Figuur 2).

Welke impact heeft Lesson Study op leraars?

Om na te gaan of Lesson Study een efficiënte professionaliseringsmethodiek voor leraren is, werd een literatuurstudie uitgevoerd. Enkel studies waarbij twee groepen, één Lesson Study-goep en één geen Lesson Study-goep als controlegroep, een effectmeting ondergaan, werden geselecteerd. Voornamelijk kleinschalige studies die de effecten van een Lesson Study-interventie beschreven werden gevonden, en amper vijf grootschalige en goed-gecontroleerde studies die de effecten ook echt konden aantonen werden weerhouden.

Deze vijf studies rapporteren verbeteringen of veranderingen bij leraren op vlak van kennis, vaardigheden, overtuigingen en gedrag door Lesson Study.

Lesson Study-groepen scoren voor vakkennis over wiskundige breuken beter en voor hun leiderschaps- en onderzoeksvaardigheden hoger dan de controlegroepen. Door Lesson Study wijzigden de leraren hun houding om te reflecteren en te anticiperen op leerlingenantwoorden, en pasten ze hun onderwijsgedrag aan de context aan. Daarnaast stelden de Lesson Study-leraren efficiënter klasmanagement en formuleerden ze duidelijkere instructies. Lesson Study-teams ervoeren een toename van hun zelfeffectiviteit in instructiestrategieën en stelden op een positieve manier hun verwachtingen voor leerlingenprestaties bij.

Werkt Lesson Study?

We mogen voorzichtig concluderen dat Lesson Study werkt. Een wiskundeleraar formuleert het als volgt: Het gaat mij helemaal niet om de lessen. Ik ben niet begonnen aan Lesson Study om lesideeën te krijgen. Het doel is helemaal niet de les. Het doel is wel heel erg te kijken naar wat er gebeurt met die leerling.  (uit: Lesson Study: effectief en bruikbaar in het Nederlandse onderwijs?, de Vries et al., 2017, p.66)

Tegelijk is er nog onvoldoende grootschalig onderzoek naar de effecten van deze professionaliseringsmethodiek uitgevoerd. In Vlaanderen worden kleine leergemeenschappen gevormd die aan de slag gaan met deze methodiek. Wie graag hieraan deelneemt, mag me contacteren op iris_willems@telenet.be. Voor de volledige publicatie verwijs ik graag naar “Lesson Study effectiveness on teachers’ professional learning: a best evidence synthesis”, Willems, I. and Van den Bossche, P.,  2019.

https://www.emerald.com/insight/content/doi/10.1108/IJLLS-04-2019-0031/full/html.

8 gedragingen van schoolleiders die een veranderproces naar succes leiden

(Tekst – Kelly Thyssen, Lana Dekoning & Jan Vanhoof)

Onderwijs is voortdurend in verandering. Een waarheid als een koe. Veranderprocessen zijn dan ook noodzakelijk voor scholen om hun kwaliteit te kunnen blijven garanderen. De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen, evalueren en bijsturen van kwaliteitsvol onderwijs ligt in de schoot van de scholen zelf. Dat is niet niets! Er rust dus een heel erg grote verantwoordelijkheid op de schouders van de schoolleiders.

Tijdens een veranderproces zijn er heel wat actoren die het proces kunnen dwarsbomen, van leerkrachten die liever niets veranderen tot collega’s die elke week iets nieuws uitproberen en nooit tot implementatie komen. Als schoolleider moet je het hele spectrum aankunnen en in goede banen leiden. Uit onderzoek blijkt dat het gedrag van schoolleiders cruciaal is in het al dan niet slagen van een veranderproces. Maar wat is dit gedrag dan precies? Hoe kan je je best gedragen tijdens een veranderproces? Met welke actoren dien je rekening te houden?

Is meten altijd weten?

Is meten altijd weten?

(Tekst – Leen Catrysse)

‘Meten is weten’ wordt vaak wel eens gezegd, maar is dat wel altijd zo? Als het gaat om het gewicht of de lengte van iemand, dan is wat we meten inderdaad vaak in overeenstemming met de realiteit (al kan er wat variatie zitten op verschillende meetinstrumenten). Maar stel nu dat ik je zou vragen om mij te vertellen hoe je een bepaalde leeractiviteit hebt aangepakt, wat je precies deed, waarom je dat deed, …? Dan vind je dat wellicht een erg moeilijke vraag om te beantwoorden en we kunnen dat minder exact gaan meten. Daarom gaan wij als onderzoekers op zoek naar verschillende manieren om leren zo waarheidsgetrouw mogelijk te meten. Dit is belangrijk omdat wij op basis van onderzoek theorie willen vormen of suggesties willen geven aan de praktijk, maar om dit te doen moeten we zeker kunnen zijn dat wat we meten de realiteit benadert en dus dat meten wel degelijk weten is.

Goed leraarschap door de ogen van leerlingen

Goed leraarschap door de ogen van leerlingen

(Tekst – Geert Smets & Jan Vanhoof, Universiteit Antwerpen)

Vanuit pedagogisch oogpunt en binnen het kader van schooleffectiviteitsonderzoek werd reeds uitgebreid onderzoek verricht naar kenmerken waaraan een leraar best voldoet om het beste uit zijn leerlingen te halen. Maar wat vinden die leerlingen zelf? Hoe zien zij hun ideale leraar? Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes? En denken leerlingen uit verschillende onderwijsvormen en verschillende leeftijden daar anders over?

Eén op vijf leerkrachten doet het niet goed (maar collega’s zeggen niets)

Eén op vijf leerkrachten doet het niet goed (maar collega’s zeggen niets)

(Uit de media – Tekst Klaas Maenhout – Journalist De standaard naar aanleiding van proefschrift Loth Van den Ouweland)

Vlaamse leerkrachten zijn streng voor elkaar. Dat leidt tot frustratie, maar er wordt niet openlijk over gepraat.

‘Tijdens een vergadering ­begon een leerkracht plots te wenen. Ze zei dat ze de leerlingen van een bepaalde klas niet meer aankon. Later bleek dat ze ook in “gemakkelijke klassen” problemen had met klasmanagement’, zegt godsdienstleerkracht Dave (39) in het doctoraat van Loth Van Den Ouweland (UAntwerpen). ‘Het probleem sleepte eigenlijk al drie jaar aan. De leerlingen waren er het slachtoffer van.’

Van onderzoeksproject naar spin-off. Een onderneming op zich!

Van onderzoeksproject naar spin-off. Een onderneming op zich!

(Tekst – Roos Van Gasse)

Copyright foto @ David Jagersma

spin-off

In november 2017 werden het slotevent met aansluitende workshop van D-PAC , een project rond comparatief beoordelen, een groot succes. Het aantal gebruikers uit binnen- en buitenland was de laatste jaren al erg gegroeid. En toen het einde van het project naderde, kregen we telkens dezelfde vraag: “Wat als het project afloopt? Kunnen wij D-PAC dan nog gebruiken?” Een trigger voor ons om dat nader te gaan onderzoeken. Want wat is er mooier dan mensen die helemaal mee zijn met innovatie? We vinden het nog steeds zo’n leuke tool! En je kan er nog zo veel kanten mee op…

Van onderzoeksproject naar spin-off? Onze zoektocht gebundeld in vijf stappen.

Vijf dingen die kunnen misgaan wanneer je onderzoek doet in een social lab

Vijf dingen die kunnen misgaan wanneer je onderzoek doet in een social lab

(Tekst – Margot Chauliac & Leen Catrysse)

Na weken, maanden van voorbereiden en sleutelen aan het opstellen van je experiment is het dan eindelijk zo ver: je eerste proefpersoon komt langs! Het startpunt van een hopelijk succesvolle dataverzameling. Bij het afnemen van experimenten heb je waarschijnlijk een beeld gevormd van wetenschappers in lange witte jassen, een veiligheidsbril en een laboratorium met veel buisjes en chemische stoffen; maar het hoeft niet altijd zo te zijn.