Opinie Posts

Kwaliteitsmonitoring in het Vlaamse onderwijs. Onderzoek naar het samenspel van het OK-kader, de doorlichting en gestandaardiseerde toetsen

(Tekst: Jan Vanhoof)

Aanleiding voor dit onderzoek was de vernieuwde doorlichtingsaanpak ‘Inspectie 2.0’ en de introductie van het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit (OK-kader). Over de ervaringen van het werkveld met de nieuwe manier van doorlichten en de effecten die Inspectie 2.0 met zich meebrengt was tot voor kort weinig geweten. Daarnaast was ook de mate waarin het onderwijsveld vertrouwd is met het OK-kader en welke impact de invoering van dit kader gehad heeft op het beleid van scholen tot dusver niet de focus geweest van systematisch onderzoek.

Naast doorlichtingen volgens de principes van Inspectie 2.0, doet de Vlaamse overheid ook beroep op verschillende andere bronnen van externe kwaliteitszorg om de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs te monitoren, namelijk peilingsonderzoek en internationaal vergelijkend onderzoek. Elk van deze bronnen van externe kwaliteitszorg biedt specifieke informatie over de Vlaamse onderwijskwaliteit, toch blijken de resultaten en bijhorende conclusies van de verschillende bronnen niet altijd in eenzelfde lijn te liggen. Daarom gingen wij op zoek naar antwoorden op de vragen of en hoe (1) de doorlichting en het OK-kader en (2) de verschillende bronnen van kwaliteitszorg (kunnen) functioneren als hefbomen voor onderwijskwaliteit.

Wie interesse heeft in de aanpak en bevindingen van het onderzoek verwijzen we graag naar de beleidssamenvatting van het onderzoek. De achterliggende (deel)rapporten kan u hier vinden.

Hieronder presenteren wij de beleidsaanbevelingen bij het onderzoek.

Goede leerlingevaluatie vergt drie perspectieven. En (zeer) soms kan vergelijken met het klasgemiddelde er daar ééntje van zijn.

Goede leerlingevaluatie vergt drie perspectieven. En (zeer) soms kan vergelijken met het klasgemiddelde er daar ééntje van zijn.

(Tekst – Jan Vanhoof)

  • Mag je als leraar of ouder tevreden zijn wanneer een leerling de standaard behaalt, geen vooruitgang boekt maar beter scoort dan andere leerlingen?
  • Mag je als leraar of ouder tevreden zijn wanneer een leerling de standaard niet behaalt, vooruitgang boekt en toch beter scoort dan andere leerlingen?
  • Mag je als leraar of ouder tevreden zijn wanneer een leerling de standaard behaalt, vooruitgang boekt maar ondertussen minder goed scoort dan andere gelijkaardige leerlingen?

Deze vragen brengen ons naar de kern van evaluatie. Ze stellen scherp op de basis waarop we oordelen en op hoe er over leerlingprestaties gecommuniceerd zal worden.

Drie verschillende strategieën kunnen in het beoordelen van leerlingprestaties onderscheiden worden: relatieve scoring, criteriumgerichte scoring en leerlinggerichte scoring. Deze zijn elk op zich waardevol en nodig. Geen enkele benadering kan echter op zich staan. Een volwaardige (communicatie over) beoordeling van leerlingprestaties probeert de drie perspectieven binnen te brengen. Met accenten die afgestemd zijn op het leertraject van de leerling die geëvalueerd wordt.

Teaching the standard – Die andere kant van ’teaching to the test’

Teaching the standard – Die andere kant van ’teaching to the test’

(Tekst: uit boek ‘Zicht op Leerwinst’)

Teaching to the test wordt door vaak genoemd als één van de onwenselijke neveneffecten van leer(winst)monitoringssystemen. Algemeen gesteld, houdt teaching to the test in dat leraren hun onderwijs- of evaluatiepraktijk aanpassen aan de toets om leerlingen een beter toetsresultaat te laten bekomen. Hierdoor kan de aandacht voor andere belangrijke zaken verslappen. Teaching to the test is doorheen de vele literatuur evenwel een soort containerbegrip geworden, waar verschillende invullingen aan gegeven worden.

Vrijheid zonder vrijblijvendheid

Vrijheid zonder vrijblijvendheid

(Tekst – Jan Vanhoof)

Vlaanderen draagt vrijheid van onderwijs hoog in het vaandel. Daarnaast doet bij het nemen van beslissingen over de schoolloopbaan van leerlingen sterk beroep op de professionaliteit van leraren en schoolleiders. Dat zijn onmiskenbaar twee sterktes van het Vlaamse onderwijs. ‘Op voorwaarde dat’ ten minste. Van een onderwijssysteem dat grote autonomie toekent verwacht je immers ook dat het leraren en schoolleiders uitrust met de instrumenten om deze vrijheid doelgericht in te vullen. Je verwacht dat diezelfde leraren en schoolleiders zich aangesproken voelen op de mate waarin ze succesvol gebruik maken van de handelingsvrijheid waarover ze beschikken. Dat brengt ons recht in de kern van één van de wezenlijke verbeterpunten voor het Vlaamse onderwijs. Kwaliteitszorg, met name.

We moeten het over gelijke kansen hebben

We moeten het over gelijke kansen hebben

(Tekst – Anneleen Boderé)

Dit opiniestuk verscheen in een licht ingekorte versie eerder op 19/12/2017  in De Standaard

Onderwijs moet meer dan ooit naar gelijke kansen streven. Dat is voor de kinderen én voor de economie het beste.

De wereld rondom ons verandert razendsnel. Demografische, sociale en technologische ontwikkelingen maken dat de wereld die ons vandaag omringt, niet meer dezelfde is als die van gisteren. Het onderwijs moet mee evolueren. Veel publicaties roepen op om het onderwijssysteem grondig te herzien en benadrukken dat het belangrijk is om gelijke onderwijskansen te verbeteren. Daarom is het verbijsterend dat Wouter Duyck net het tegendeel promoot (DS 16 december).

Beleidsvoerend vermogen – Van doeltreffend schoolbeleid tot doeltreffend… (vul aan)

Beleidsvoerend vermogen – Van doeltreffend schoolbeleid tot doeltreffend… (vul aan)

(Tekst – Jan Vanhoof)

Soms overdrijf je een tikkel om een punt te maken. Die boodschap was dat het gedachtegoed van beleidsvoerend vermogen breed toepasbaar is. Van achter het spreekgestoelte in een auditorium daagde ik een 200-tal leraren en schoolleiders uit om hun privérelatie met hun partner eens onder de loep te nemen. Dit keer op basis van de gekende acht dragers van beleidsvoerend vermogen. Gekscherend, en ook weer niet.

De voor(oor)delen van gestandaardiseerd toetsen

De voor(oor)delen van gestandaardiseerd toetsen

Vlaams onderwijs benut de mogelijkheden van gestandaardiseerde toetsen onvoldoende

(Tekst – Jan Vanhoof, Maarten Penninckx, Amy Quintelier, Sven De Maeyer & Peter Van Petegem)

Vlaamse leraren besteden veel van hun tijd aan het evalueren van leerlingen. Veelal op basis van zelfgemaakte toetsen. Het gebruik van gestandaardiseerde toetsen voor het opvolgen van leerresultaten en leerwinst is beperkt. Bij een gestandaardiseerde toets is de inhoud overheen scholen dezelfde. De toets wordt door alle leerlingen in dezelfde omstandigheden afgelegd. In buitenlandse onderwijssystemen wordt er veel mee gewerkt. We weten dat dit er vaak met ongewilde neveneffecten gepaard gaat, wanneer ze bijvoorbeeld uitmonden in publieke rankings van scholen.