Over het muurtje kijken

Over het muurtje kijken

(Tekst – Aster Van Mieghem)

Het voorbije jaar heb ik de kans gekregen om met leraren en directieleden uit tien lagere scholen in gesprek te gaan. In elk van deze scholen wilden leraren van het vijfde en zesde leerjaar en hun directieleden dingen anders aanpakken dan ze gewend zijn. Boordevol goede moed en met veel creativiteit gaven ze hun onderwijspraktijk opnieuw vorm. Ze wilden daarmee tegemoet komen aan uitdagingen en noden die zij op school ervaren. De toenemende diversiteit binnen de leerlingenpopulatie en de overgang tussen het lager en secundair onderwijs, waren twee van deze uitdagingen. Een flexibel en competentiegericht personeelsbeleid in de scholen ondersteunde de ontwikkeling van de verschillende praktijken.

De tien bestudeerde praktijken werden geordend volgens drie inhoudelijke foci. Sommige scholen zetten in op inhoudelijke specialisatie van leraren. Ze kiezen ervoor om in de laatste jaren van het lager onderwijs te werken met vakankers. De leraar van het vijfde geeft bijvoorbeeld Nederlands in het vijfde en het zesde leerjaar en de leraar van het zesde neemt de lessen wiskunde in beide klasgroepen op zich. Andere scholen stimuleren via de praktijk een verhoogde samenwerking en kennisdeling tussen leraren, door bijvoorbeeld team-teaching mogelijk te maken. Het ging dan bijvoorbeeld om team-teaching tussen leraren van eenzelfde leerjaar, tussen leraren van aansluitende leerjaren of tussen een leraar en een zorgleraar. De derde groep van praktijken kenmerkte zich door een andere taakinvulling voor leraren of een specifieke manier van werken, als gevolg van een andere organisatievorm. Zo werkte een school een flexibel sporenbeleid uit waarbij leerlingen voor wiskunde oefeningen in vier homogene, maar flexibele niveaugroepen (of ‘sporen’) werken en andere begeleiding krijgen volgens het spoor waar ze in zitten of werkten leerlingen uit het vierde, vijfde en zesde leerjaar voor een aantal domeinen (zoals bewerkingen of technisch lezen) in homogene groepen. De leraar ging telkens met één van de groepen aan de slag.

Wil je meer weten over deze praktijken? Dan verwijzen we je graag door naar het boek dat over het onderzoek werd gepubliceerd: ‘Flexibel lesgeven. Leidraad voor het inzetten en ontwikkelen van lerarencompetenties in het lager onderwijs’ (Struyf et al., 2017).

 

No Comments

Leave a Comment

Please be polite. We appreciate that.
Your email address will not be published and required fields are marked